We zijn aangekomen in Arusha. Onze autorit vandaag was een stuk minder ver, maar de kilometers hier zijn toch wel stevig, dus we zijn er een beetje realistischer aan begonnen dan gisteren. Strikt genomen mag Anne niet rijden (je moet 21+ zijn voor een huurauto), maar het mannnetje van de car rental company gaf groen licht met een knipoog ('If something happens, we will fix this'). Dus ja; daar ging ze; in een autootje dat ze niet kent, al links rijdend en met een grote glimlach. Mama ernaast, oefenend om de controle los te laten en ondertussen heel erg genietend van het landschap, en de kans om uitgebreid met de camera te spelen en te experimenteren.

Het zijn bewogen dagen. Ik had de impact van het moeten zelfredzaam en verantwoordelijk zijn onderschat. We hebben nog steeds onze bagage niet, en hoewel we ons redden zorgt dat toch voor hoofdbrekens (met 'fuck, 3 van de 4 doosjes malariapillen zit in onze ruimbagage' als hoogtepunt). Maar kijk; daar ging ik met een locale gids die enkel Swahili sprak naar de lokale apothekeres die enkel Swahili sprak. En wonder boven wonder; na een hoop gedoe komt ze met het juiste doosje pillen aanzetten; ze voelen voor mij als goud. Het is een aaneenschakeling van grotere en kleinere stresskes; een mastercard die plots 'limit exceeded' zegt (WHHHAAAT?) en die bij de tweede poging wel werkt (??), een bankautomaat die pas bij de 4e poging geld wil geven, een politie langs de weg die je laat stoppen ('you were speeding madame, look at the picture; 59 km/hour where only 50 is allowed. You have you to be careful! And you have to be punished for that. Your fine is 30.000 TZS'). En dan wij als twee schapen: 'yes sir, no sir, here is my driver's license sir, here is your money sir, thank you sir. Have a nice day sir'. Jongens toch; je lacht je een kriek en doet het tegelijk in je broek van de zenuwen.

We waren onderweg door het absolute niets. Uitgestrekte plains, minidorpjes met schreeuwende kinderen die naar Anne kijken alsof ze Sinterklaas is omdat ze daar nooit blanken zien, en de Kilimangaro in de verte, omhuld door wolken en mist.

Bij aankomst in Arusha zei onze GPS: 'nog 4km, nog 20 minuten'. Ja man, dat hebben we geweten. De laatste 4 km waren omhoog, de bananenvelden in, langs karrebaantjes, vol zand, (diepe!) putten en stenen. Daar gingen we; met het kleine Toyotaatje (en ik achter het stuur). Het heeft bloed, zweet en één traantje (na aankomst) gekost, én een lieve Tanzaniaan die ons één keertje uit de greppel moest rijden (terwijl z'n vrouw ons langs de kant stond te troosten). Merk op; het koppel kwam met twee op de moto diezelfde berg afgesjeesd. Je houdt het allemaal niet voor mogelijk.

Om van al het avontuur te bekomen doken we het ijskoude zwembad in. En jawel; daar duikt een Hollands gezin op dat we vanuit de verte hoorden komen. Ik weet niet hoe ze het doen, maar in het kleinste hol van Pluto weten ze je ook te vinden. Ze vroegen hoe we in Arusha waren aangekomen, en vonden ons heel stoer; 'twee meiden met de auto alleen van Dar Es Salaam naar Arusha, nou nou, zo stoer!', en het helpt me; dat iemand benoemt dat het toch best wel een avontuur is.

We hadden het plan om na onze safari de hele rit op 2 dagen tijd weer terug te doen. We praatten daar veel over, en kwamen tot de conclusie dat het misschien wel welletjes is geweest. We kijken om de auto in Arusha achter te laten (de rental company heeft daar ook een office), dus we herboeken hotels; én regelen ... een vlucht van Arusha naar Zanzibar. Het is allemaal wat gedoe, maar het is fijn om ons plan met twee te herbekijken en aan te passen.

Hieronder een paar fotootjes van onderweg, de meeste getrokken vanuit een rijdende auto. Als je goed kijkt, zie je het kleinste aapje ook een powernapje doen.

Morgenochtend worden we opgepikt, en gaan we op Safari!